Laura de Rooy-Dekker, zondag 11 oktober 2015
Een door buitenlandse huizenkopers veel gezocht object in Italië is het karakteristieke natuurstenen huis. Cotta vloeren, houten balkenplanfonds,
grote openhaarden en dikke stenen muren zijn kenmerken die voor het karakter zorgen. Gelegen op een heuvel voor het mooie uitzicht is het iets waar
velen na een vakantie in Umbrië of Toscane van dromen. Om dit type huizen beter te leren kennen is het leuk om in een stukje geschiedenis te duiken.
Sinds de middeleeuwen was de ‘fattoria’, het boerenbedrijf, voor veel Italianen de belangrijkste bron van inkomsten. Grote boerderijen bestonden uit
meerdere gebouwen. Het hoofdhuis, vaak casa colonica of casale genoemd, was voor de ‘padrone’, de landeigenaar. Naast dit huis met aanzien waren er
onderkomens voor deelpachters en landarbeiders en schuren en stallen voor werktuigen en het vee. Soms was er ook een kerkje, de grotere boerderijen
waren in voorbije eeuwen vaak woongemeenschappen die op een dorpje leken. In de tweede helft van de twintigste eeuw nam het belang van het
boerenleven af en werden veel boerderijen getransformeerd tot Agriturismo en kwamen ook veel boerenhuizen op de (tweede) huizenmarkt.
Kenmerkend voor de bouwstijl is het gebruik van producten van eigen bodem zoals lokaal gewonnen steen en hout uit bossen in de omgeving. Vaak zijn
het recht-toe-recht-aan gebouwen in een L- of U-vorm rondom een binnenplaats, de ‘cortile’. Een buitentrap biedt ingang tot de bovengelegen
woonverdieping, vroeger waren op de begane grond de stallen voor de beesten en het hooi. Het gaat om pure robuuste huizen die weinig luxe kennen in
originele staat, maar in de afgelopen decennia zijn er vele gerestaureerd en voorzien van hedendaags comfort en soms ook moderne elementen. Veel
huizen hebben ook schuren of andere bijgebouwen die als gastenverblijf of atelier kunnen dienen. Voor deze plattelandshuizen bestaan veel
verschillende namen. Een groot boerenhuis met enig aanzien wordt in het noorden een ‘cascina’ genoemd, in Toscane en Umbrië ‘podere’ en in De Marken
kom je vaak de naam ‘azienda’ tegen, die eigenlijk meer duidt op de rechtsvorm van de boerderij (vennootschap). In Puglia in het zuiden kom je nog
een type tegen, de ‘masseria’, die iets van een fort wegheeft. In de meeste regio’s zijn boerderijen goed te vinden, zowel als restauratieproject als
in volledig gerenoveerde staat. Wel liggen ze vrijwel altijd wat meer landinwaarts waardoor je ze in een kustregio als Liguria nauwelijks tegenkomt.
Voor wie een restauratieproject zoekt zijn in Piëmonte en De Marken nog wel buitenkansjes te vinden, waar dat in bijvoorbeeld Toscane en Umbrië al
moeilijker wordt.
Ciao, Laura
Laura de Rooy-Dekker - ItaliaCasa