Robert Kemkers, zondag 30 augustus 2015
Door: Robert Kemkers,
Kleinvee, bijen en huisdieren - thuis en bij de buren
Tijdens deze hete zomer bereikten ondergetekende en de redactie vragen over het houden van dieren, zowel zelf als door de buren. Wellicht had de
temperatuur er iets mee te maken, want er werd door enkelen gevraagd wat er juridisch te doen valt aan stankoverlast.
Bij mijn weten verblijft veruit het grootste deel van de lezers van
in Hongarije in een dorp(je), buurtschap of een buitengebied; er zijn maar weinigen die in de stad wonen. Op het punt van het
houden
van dieren is er vaak een (groot) verschil tussen deze beide. Grotere steden hebben in bestemmingsplannen en plaatselijke verordeningen dikwijls
grenzen gesteld aan het houden van kleinvee of meerdere (grotere) huisdieren. Voor de plattelandsgemeenten geldt dat doorgaans niet: vrijwel alle
bestemmingsplannen staan het houden van enkele koeien, schapen en/of varkens in principe toe.
Dat is ook wel logisch, want veel Hongaren op het platteland zijn zelfvoorzienende kleine boeren. Het hoort bij de cultuur en voor een land met een
lager gemiddeld inkomen biedt het de bewoners een mogelijkheid om naast de moestuin, wijn- en boomgaard ook voor vlees, melk en eieren deels in de
eigen levensbehoefte te voorzien. De regels betreffen vaak de minimale vereisten aan ruimte en kwaliteit van het onderdak voor de dieren.
Kleinvee
Als men een voldoende ruime en stabiele schuur heeft mag men daar kleinvee of scharreldieren houden. Die moeten wel op het eigen terrein blijven en
niet zomaar bij de buren binnenkomen (al is dat met duiven, kippen en andere dieren met vleugels iets lastiger te voorkomen natuurlijk). De eigenaar
moet, naast een deugdelijke omheining, zelf zorgen voor voldoende eten, hooi, stro en water en overige benodigdheden en ook moet hij een oplossing
zoeken voor de mest. Hij mag dat tijdelijk op een mesthoop verzamelen (dat dit in warme zomers tot riekende walmen kan leiden moet men maar
beschouwen als een karakteristiek van het platteland). Daar kan en wil de gemeente in geval van overlast doorgaans niets aan doen, al zijn er
natuurlijk grenzen. Ook mag de mest en modder niet zomaar het openbaar riool inlopen of de straat teveel vervuilen. Het slachten mag men ook zelf
doen, mits men het vlees zelf consumeert; zelfgeslachte beesten mag men niet zonder vergunning op de markt brengen.
Overlast
Als men vindt dat de rechten van de dieren niet in acht worden genomen (teveel op te weinig ruimte, te weinig voedsel) of als sprake is van grote
overlast, dan kan men daarvoor terecht bij de körjegyző (gemeentesecretaris) op de ’polgármesteri hivatal’ (gemeentelijke secretarie). Als er
meerdere mensen hun handtekening hebben gezet onder een bezwaar kan dat zeker kracht bijzetten. In alle gevallen is de gemeentesecretaris verplicht
de klacht te onderzoeken. Doorgaans zal men de lokale ’gyepmester’ of een veearts (állatorvos) inschakelen. Die doet dan een onderzoek en controleert
per soort en ras hoeveel ruimte er wettelijk vereist is, in welke staat de dieren verkeren en worden gehouden enzovoort. Men neemt dierenmishandeling
zeker serieus en in geval van overtreding kunnen hoge boetes volgen. Klachten over stank- en geluidsoverlast worden, zo is de ervaring uit mijn
praktijk, maar zelden gegrond verklaard, omdat men op het platteland geacht wordt dit te dulden; wie daar moeite mee heeft moet maar verhuizen naar
de stad of naar een vrijstaande tanya zonder directe buren, zo is de algehele opvatting. Laat bij voorkeur de Hongaarse buren de klacht indienen en
onderteken die dan als medestander; men maakt zich er als ’buitenstaander’ vaak niet echt geliefd mee. En bedenk altijd voordat men een aangifte
overweegt: een goede buur is beter dan een verre vriend en dat geldt zeker ook voor viervoetige of gevleugelde buren...Veel leed valt op te lossen
door het aangaan van een goed gesprek en het maken van kleine aanpassingen.
Bijen houden
Voor het houden van bijen geldt grofweg hetzelfde; de meeste bestemmingsplannen op het plattteland en lokale verordeningen staan het houden van bijen
toe, zowel in het buitengebied als binnen de bebouwde kom. Er hoeft geen grote afstand tot de buren te zijn, al zijn ook hiervoor uitgebreide,
gedetailleerde regels opgesteld die gehandhaafd worden door de veterinaire dienst van een districtskantoor. Mijn eigen ervaring is dat men van bijen
slechts zelden echt last heeft, zelfs niet als men naast een imker woont. Bijen steken niet snel en werken hard aan het verzamelen van nectar. Als u
veel bijen in uw tuin krijgt kunt u dat als een goed teken beschouwen en eigenlijk ook als een compliment voor uw tuin en kwaliteitscertificaat van
de omliggende natuur. Voor wie allergisch is voor bijensteken kan het vervelend zijn; wellicht kunt u een bijenhoudende buurman vriendelijk vragen de
kasten elders op het perceel te plaatsen. Als u zelf bijen wilt houden dan kunt u dat het beste melden bij de gemeentesecretarie, daar zal men u dan
vertellen of er naast de registratie nog meer vereist is.
Honden
Een ander twistpunt blijken dikwijls de honden te zijn. Het is moeilijk je voor te stellen in Hongarije te wonen zonder af en toe geblaf van een hond
ergens in de straat. Net als het gekraai van een haan in de vroege ochtend hoort ook dat bij het platteland en dat moet men toch maar accepteren.
Natuurlijk is alles aan grenzen gebonden en wordt er soms een onderzoek ingesteld in geval van extreem luid of zwaar geblaf, vooral ’s nachts. Maar
dan nog kan men vanuit de instanties weinig anders doen dan - zolang de hond niet echt gevaarlijk is - het uitdelen van waarschuwingen. In Hongarije
is een belangrijker criterium of honden binnen het eigen terrein blijven, ze mogen niet (alleen) bij de buren of op straat komen. Daar treedt men
streng tegenop en bij herhaling kunnen flinke boetes volgen. Hoogste straf is dat een dier moet worden afgemaakt. Er geldt per hondenras een bepaalde
minimale oppervlakte aan tuin en kennel of schuur; in de praktijk kan men op een beetje Hongaarse tuin al gauw een half tot een heel dozijn volwassen
honden houden (en pups tellen dan nog niet eens mee...). Dat een hond het grootste deel van de dag of soms altijd aan een ketting ligt is treurig,
maar vanuit juridisch oogpunt kan men hier weinig aan doen als het dier verder goed doorvoed is en niet mishandeld wordt. Elke hond moet bij de
gemeente aangemeld worden en een chip hebben. Jaarlijks is er een oproep van de ’gyepmester’ voor een verplichte controle en vaccinatie (’eboltás’;
het dagelijkse woord voor hond is in het Hongaars ’kutya’, in officiële documenten wordt het dier met ’eb’ aangeduid). In de dorpskrant staat vaak
vermeld wanneer en waar dat is en soms krijgt men een papiertje in de brievenbus. Of de buren weten het wel, want in de dorpen heeft vaak tweederde
van de gezinnen minstens één hond, al was het maar om te fungeren als deurbel. Maar meestal zijn ze er om te waken, meer dan als gezelschapsdier
zoals in Nederland. Er was eerder sprake van het invoeren van een hondenbelasting (’ebadó’), maar dit roept vrijwel overal veel weerstand onder de
bevolking op en is nog door bijna geen enkele gemeente gedaan.
Katten, konijnen, eenden
Ten slotte zijn er nog de overige kleine huisdieren. Katten worden in Hongarije zelden aangemeld bij de gemeente. Men wordt wel geacht de dieren door
een dierenarts (’állatorvos’) in te laten enten en te voorzien van een chip. Konijnen, eenden en kippen hoeft men niet te registreren.
Net als in Nederland zijn dieren die op de lijst van bedreigde diersoorten van de EU staan verboden om te houden. Voor slangen en reptielen kunnen
soms afwijkende regels gelden, maar doorgaans zijn het dezelfde als in Nederland en België.
Robert Kemkers - GeGe Makelaardij & Taxaties KFT.