James Latter, zaterdag 4 februari 2017
Appartement - Woning bestaande uit een aantal kamers die gezamenlijk een ‘logement’ vormen. Voor een famile of individu.
Batisse - Een solide bouwwerk van steen. Soms bestaande uit de overblijfselen van een oud gebouw (bv. een abdij) of een oude muur
die gebruikt is bij de bouw.
Cabane (en
) - Eenvoudige
schuilplaats op het platteland van ‘droog' gestapelde stenen.
Chalet - Huisje in de Alpen. Meestal van hout met een stenen onderbouw.
Chartreuse - Klein kasteel in de stijl van Louis XVI. Kenmerkend voor de regio Aquitanië. Gebouwd in de 18e en 19e eeuw. Chartreuses
waren landhuizen voor de lokale aristocratie. Meestal zonder bovenverdieping maar vaak met een terras en een tuin.
Château - Kasteel gebouwd vanaf de Renaissance tot aan de Franse Revolutie. Eigendom van de belangrijkste adelijke persoon in de
regio. Met een woonoppervlak van 600 m² of meer. Vaaak schitterend qua architectuur en met een overdadig interieur.
Château-fort - Middeleeuws kasteel met verdedigingswerken.
Chaumière - Rietgedekte boerderij.
Demeure - Woonruimte bestaande uit een Logis met dependances (palais, hôtel, château, manoir etc.)
Dépendance - Deel van een Demeure bestemd voor tuinbouw, landbouw, ambacht of industrie. Bijvoorbeeld een serre, orangerie, duiventil etc.
Dimière -
. Gebouwd vanaf de 11e tot
in de 18e eeuw. Ook wel bekend onder de naam '
'. Vierkant en stevig met een hoog dak, oorspronkelijk gebruikt voor het verzamelen en opslaan van de tienden of 'dîmes'. Vaak van
steen en met de uitstraling van een kerk.
Domaine - Domein, landgoed bestaande uit een Chateau of Chartreuse. Met één of meerdere bijgebouwen. Soms ook wel een aanduiding van
een wijnproducerend landgoed.
Ferme - Boerderij bestaande uit een 'logis' (woonhuis) en een aantal bijgebouwen die voor het boerenbedrijf gebruikt worden.
Corps de Ferme - Het centrale deel van een boerenbedrijf: woning, binnenplaats, schuur en een stuk land. Economisch gezien niet meer
rendabel als landbouwbedrijf.
Gentilhommière - Residentie van een aristocraat. Te vergelijken met een manoir maar dan groter en eleganter. Soms ook wel een 'logis
seigneuriale' genoemd.
Grange - Gebouw voor de opslag van de oogst (graan, stro etc.)
Hangar - Opslagruimte voor landbouwwerktuigen. Vaak open aan de voorkant en met een dak.
Hôtel Particulier -
Stadspaleis. Een grote woning in de stad, vaak met een
bewoonbare oppervlakte van 600 tot 800 m². Vroeger vaak met binnenplaats en stal. Voorbeelden: Hôtel Garnier in Parijs en Hôtel Fenwick in Bordeaux.
Residentie voor handelaren en kooplieden. Eind 19e eeuw.
Immeuble - Appartementencomplex in een stad. Soms wordt de ruimte op de begane grond gebruikt voor commerciële doeleinden.
Loft - Een verbouwde zolderruimte in een 'immeuble' (appartementencomplex)
Logis - Deel van een 'demeure' bestaande uit een of meer appartementen. Bijvoorbeeld een Logis de l’abbé of Logis du gouverneur.
Longère -
Langhuis op het platteland, origineel met het woongedeelte aan de ene
kant en stal of schuur (mageoire) aan de andere kant. Tegenwoordig meestal gerenoveerd met slaapkamers in de nok.
Maison de Campagne - Huis op het platteland met een verdieping en zolder en met een of meerdere kleine bijgebouwen
Maison de Maître - Redelijk grote en vrijstaande stadswoning van enige ‘importantie’. Woonoppervlak van 300/400 m². Meestal gelegen
aan de rand van een stadje en vroeger bewoont door een grote familie van koopman, advocaat of dokter.
Maison de Ville - Standaard stadswoning, vaak 'mitoyenne' (twee onder 1 kap of een rijtjeswoning).
Manoir - Landgoed bewoond door een familie uit de lage adel. Omgeven door landbouwgrond. Vaak zelfvoorziendend. Eenvoudige
architectuur met een bewoonbare oppervlakte van 250 - 600 m². Soms met een toren en verdedigingswerken.
Mas - Boerderij of plattelandswoning, vaak geassocieerd met een wijn- of olijfgaard.
Pavillon - Het Franse equivalent van een 'chalet-bungalow'. Moderne bouw. Vaak deel uitmakend van een 'lotissement', een complex met
meerdere gebouwen. Gewoonlijk met een woonoppervlak van 100/140 m². Vaak met een buitenproportioneel groot dak en soms zonder slaapkamers.
Perceeloppervlakte vaak rond de 400/600m².
Terrain - Perceel waarop de woning is gelegen
Villa - Vrijstaande woning aan de kust. Soms gebruikt als tweede woning voor vakantie of vrije tijd. In het binnenland is een villa
een luxe uitvoering van een 'pavillon'. Voorbeeld : 'Le Touquet'
Dit overzicht is een vertaling van “Guide to Building Types in France” van James Latter. Het artikel stond ooit op deze website www.surveyor-
expert.com. Deze website is echter niet meer actief.
Links
Onze uitgebreide gids is de perfecte metgezel als je overweegt om naar Frankrijk te verhuizen of daar al woont. Leer alles over het kopen van een
huis, het beheersen van de Franse taal, het vinden van een baan, het ervaren van de cultuur en het ontdekken van toeristische attracties. Met deze
gids heb je alle informatie die je nodig hebt om succesvol te wonen en leven in Frankrijk. Lees nu verder om alles te ontdekken!