Jos Deuling,  zaterdag 23 februari 2019

 

Een fooi geven is in Spanje een vriendelijk gebaar, geen verplichting. Als u tevreden bent over de service, laat u dat blijken door een extraatje te geven, een "propina" zoals de fooi in het Spaans wordt genoemd. Dus als je tevreden bent over de vriendelijke service, geef je een paar munten. De lonen in Spanje zijn niet overvloedig en kleine bedragen doen niet echt pijn. Maar in de regel wordt in Spanje minder gegeven dan gebruikelijk is in Nederland.

Taxichauffeurs verwachten geen fooi, maar ze zijn blij als je de prijs naar boven afrondt en ze geen kleingeld terug hoeven te geven. Dit geldt ook voor de kapper of het behulpzame personeel van benzinestations.

Bezorgers van de supermarkt die zware boodschappen het huis binnen dragen, verdienen ook een paar euro. In theaters en bioscopen zie je nu nog zelden dat zaalwachters - als ze al bestaan - een muntje in de hand krijgen; vroeger verdienden ze er hun brood mee.

In restaurants laten Spanjaarden zelden meer dan vijf procent achter. Steeds vaker wordt alleen het bedrag naar boven afgerond. Afhankelijk van het bedrag van de rekening, kan een paar euro worden toegevoegd als de klant tevreden is. Maar tien procent, die bijvoorbeeld in Nederland gebruikelijk is, geven in Spanje meestal alleen de buitenlandse toeristen.

Bij het betalen van een biertje, een koffie of een ijscoupe is een klein muntje genoeg

Het in Spanje volstrekt ongebruikelijk om een fooi te geven direct bij het betalen. In plaats daarvan, laat men discreet wat geld op tafel liggen. En dit geld wordt meestal verdeeld onder het voltallige personeel.

In de hotels zijn de kamermeisjes ook blij als men met een paar euro achterlaat als de kamer altijd schoon en netjes is en het bed mooi opgemaakt. Als het niet in orde is, dan is er natuurlijk geen fooi.

Als men met de eigen of gehuurde auto naar het restaurant rijdt, krijgen de parkeerwachters, die "aparcacoches" worden genoemd, na de maaltijd ook een euro bij het overhandigen van de sleutels. Men moet dus altijd wat kleingeld op zak hebben, dit is een vereiste voor de beleefdheid, vooral als men gewend is met creditcards te betalen.

In veel gevallen, zoals bij de kapper of in de kroeg, wordt de fooi in een pot (de "bote") gegooid en later broederlijk onder iedereen verdeeld. In sommige bars gaat het gerinkel van de munten die in de pot vallen vergezeld van de uitroep "bote", als om de schenker te eren of de andere klanten aan dit mooie gebaar te herinneren.