Joost van der Heijden, zondag 3 april 2022
Begin dit jaar ontving een Nederlandse cliënt een brief van de Italiaanse belastingdienst waarin werd meegedeeld dat uit informatie die via het
systeem van geautomatiseerde informatie-uitwisseling tussen Nederland en Italië was verkregen, was gebleken dat hij in 2016 een Nederlandse
pensioenuitkering had ontvangen en dat hij die in Italië had moeten opgeven, maar dat niet had gedaan. Dat klopte. Hij had in 2016 in Italië een huis
gekocht en zich daar laten inschrijven om van de prima casa-voordelen gebruik te kunnen maken. Hij ontving de brief in januari 2022 op zijn adres in
Nederland. Dat had hem verbaasd, want hij had dat nooit in Italië opgegeven, ook niet toen hij zich, nadat hij zijn huis weer had verkocht, in Italië
had laten uitschijven. De brief werd door de Nederlandse belastingdienst bezorgd en was gedateerd 1 december 2021. Het bevatte de waarschuwing dat als
de gegevens over de pensioeninkomsten uit 2016 niet alsnog voor eind februari 2022 zouden worden aangeleverd, een naheffing met boete van minimaal €
250 en maximaal € 2065 zou worden opgelegd.
“Maar de termijn om een naheffing op te leggen is toch vijf jaar en dus al verstreken?” Die termijn was inderdaad vijf jaar, maar was vanwege de
corona-pandemie met een jaar verlengd. Dat betekende dat de boete geldig kon worden opgelegd als hij die gegevens niet tijdig zou aanleveren. De
cliënt heeft daarop een commercialista (accountant) opgedragen dat namens hem te doen. De verwachting is dat de zaak met een sisser zal aflopen omdat
destijds over de betreffende inkomsten in Nederland belasting is betaald. Dat het systeem van geautomatiseerde informatie-uitwisseling tussen
Nederland en Italië goed werkt, was me eerder al gebleken. Dat was in een zaak van een cliënt die in 2014 in Italië een huis had gekocht en zich daar
had laten inschrijven. In Nederland had hij zich laten uitschrijven en daar sindsdien geen inkomsten meer gehad, ook niet uit het huis dat hij daar
had aangehouden. Hij had sindsdien jaarlijks in Italië aangifte van zijn inkomsten gedaan. Daarbij had hij niet vermeld dat hij in Nederland een huis
had. Dat had hij wel moeten doen. Dat geldt overigens ook voor andere vermogensbestanddelen. Dat wist hij niet.
Hij kwam daar achter toen hij in 2021 een brief van de Italiaanse belastingdienst ontving waarin hem voor 2014 een naheffingsaanslag met boete werd
opgelegd omdat hij het huis niet had opgegeven en ook niet had gereageerd op het verzoek dat hij eind 2020 had ontvangen om dat alsnog te doen. Met
dat verzoek had hij niets gedaan. “Waarom zou ik ook; ik heb in Nederland immers elk jaar keurig ozb betaald en het huis nooit verhuurd. En als ik dat
wel zou hebben gedaan, zouden de huurinkomsten in Nederland en niet in Italië belast zijn geweest.” Dat kwam hem duur te staan en had hij kunnen
weten, want in de brief was aangekondigd dat een boete van minimaal 3 en maximaal 15 procent van de waarde van het huis zou worden opgelegd als hij
die gegevens niet alsnog voor het eind van het jaar zou aanleveren. De fiscus heeft die boete inmiddels opgelegd en is bij de berekening uitgegaan van
de Nederlandse ozb-waarde in 2014. Die bleek hij al te kennen en bedroeg € 400.000. Dat betekent dat de boete € 60.000 had kunnen zijn. Gelukkig voor
de cliënt bleef deze beperkt tot het minimum van € 12.000! Altijd nog een groot bedrag.
U begrijpt, de paniek was groot. En nu maar afwachten wat er verder nog gaat komen want in de aangiften die de cliënt nadien (in de periode van 2015
tot en met 2020) heeft gedaan is het huis evenmin vermeld. Lezers die zijn ingeschreven, zijn dus gewaarschuwd!
Joost van der Heijden - Advocaat, gespecialiseerd in Italië